Blufpoker

Blufpoker met dobbelstenen

Blufpoker is een spannend dobbelspel voor 3 tot 6 spelers, waarbij strategie en bluffen een cruciale rol spelen. Het doel van het spel is om je tegenstanders te misleiden en zelf zo min mogelijk strafpunten te verzamelen. De speler met de minste strafpunten aan het einde van het spel wint. Dit zijn de regels van de meest populaire variant met 3 dobbelstenen.

Aantal dobbelstenen: Dobbelsteen 3

Aantal spelers: Dobbelsteen 2Dobbelsteen 6

Verdere benodigdheden: dobbelbeker of een scherm om de dobbelstenen te verbergen

Spelverloop blufpoker

Blufpoker is een dobbelspel waarbij spelers elkaar proberen strafpunten te bezorgen door te bluffen over de waarde van hun worp. Het is vergelijkbaar met poker, maar dan met dobbelstenen. Het spel eindigt wanneer een speler zes strafpunten (of een ander zelf te kiezen aantal) heeft verzameld.

Spelregels

Om de startspeler te bepalen dobbelen alle spelers met 1 dobbelsteen. De speler met het hoogste aantal ogen mag het spel beginnen. Elke speler ontvangt een aantal strafpunten. Dit kan bijvoorbeeld 6 strafpunten zijn. Handig is om elke speler een dobbelsteen te geven en deze met de Dobbelsteen 6 naar boven gericht. Elke keer als er een strafpunt wordt behaald draait diegene de dobbelsteen 1 punt lager.

De startspeler schudt de 3 dobbelstenen in de dobbelbeker en werpt deze gesloten op de tafel en bekijkt, zonder dat de andere spelers het kunnen zien, de waarde van de worp. De (daadwerkelijke) waarde van een worp is het grootste getal dat met de drie dobbelstenen gevormd kan worden. Bijvoorbeeld, een worp met Dobbelsteen 3Dobbelsteen 6Dobbelsteen 2 wordt 632. Als er dubbele (hoge) stenen zijn gegooid, bijvoorbeeld 5, 1 en 5, dan wordt het 551. De (start)speler noemt vervolgens een getal en beweert dat de waarde van zijn worp minimaal dat getal is. Als er bijvoorbeeld 632 is gegooid, zou de speler 632 kunnen zeggen, maar mag ook bluffen en een ander getal noemen.

De volgende speler heeft twee mogelijkheden. Deze kan de worp geloven (accepteren) of niet geloven (betwisten).

Accepteren

Accepteert de volgende speler de worp, dan bekijkt deze de daadwerkelijke waarde van de stenen, (zonder dat de andere spelers het kunnen zien) en moet, ongeacht of de vorige speler nou wel of niet de waarheid sprak, vervolgens een hoger getal gooien dan het door de (start)speler genoemde getal. De speler bekijkt (wederom ongezien) de worp en noemt een getal die hoger is dan de vorige speler en mag daarbij bluffen. De waarde moet immers hoger zijn omdat deze speler de worp van de vorige speler heeft geaccepteerd. De (gesloten) beker gaat door naar de volgende speler.

Betwisten

Als de volgende speler de worp (van de bluffer) betwist, en denkt dat de vorige speler bluft, zeg men “Bluf!”. De beker wordt opgetild en de doorgegeven worp wordt bekeken. Wanneer er een lager getal ligt (in dit voorbeeld lager dan 632), dan verliest de bluffer een punt. Maar heeft deze speler wel gelijk, en ligt er een getal wat gelijk aan of hoger is dan het genoemde getal, dan verlies de “betwister” een punt. De dobbelstenen worden doorgegeven aan de volgende speler en een nieuwe ronde begint.

Elke rond gaat door totdat een speler de worp van de vorige speler betwist.

Einde van het spel

Het spel blufpoker eindigt zodra een speler het maximaal afgesproken aantal strafpunten heeft.

Variaties

Zes

De gegooide zessen mogen worden ‘weggelegd’ en hoeven niet opnieuw te worden gegooid. Stel dat iemand 632 gooit en dat doorgeeft. De volgende speler accepteert deze worp en controleert of het klopt. Als dat zo is, mag de speler de 6 wegleggen en alleen de andere twee dobbelstenen opnieuw gooien.

Stel dat de speler dan 52 gooit, geeft hij 652 door. De weggelegde 6 blijft onderdeel van het getal. Als de speler daarna bijvoorbeeld 64 gooit en dit wordt geaccepteerd, mag ook die 6 worden weggelegd. Met één dobbelsteen moet de speler dan hoger dan 4 gooien.

Er kan ook worden gebluft om het de volgende speler moeilijker te maken. Als er bijvoorbeeld 213 is gegooid, maar de speler 621 doorgeeft en dit wordt geaccepteerd, ligt er weliswaar 213, maar geen 6 die kan worden weggelegd. De speler moet dan met alle drie de dobbelstenen hoger dan 621 gooien. Het kan nog erger worden gemaakt door bijvoorbeeld 662 door te geven, dan moet de volgende speler, als hij dat accepteert, alsnog twee zessen en een getal hoger dan 2 gooien.

Als iemand 666 gooit of beweert dat te hebben gedaan en de volgende speler accepteert dit, mag die proberen in drie worpen ook 666 te gooien. Eventueel gegooide zessen mogen daarbij worden weggelegd. Lukt het binnen drie worpen niet om 666 te gooien, dan verliest die speler een punt. Lukt het wel, dan verliest de tegenstander een punt.

Blind doorgeven of opnieuw gooien

Als een speler een worp van de vorige speler accepteert kan men op twee manieren de worp doorgeven.

  1. Blind doorgeven: als de speler denkt dat de waarde van de worp hoger is dan het getal dat de vorige speler heeft genoemd, mag de speler niet onder de beker kijken, maan noemt een hoger getal en schuift de beker en de eventueel open liggende stenen naar de volgende speler.
  2. Opnieuw gooien: zoals hierboven beschreven. De speler werpt opnieuw en dit getal moet hoger zijn dan de vorige speler.

Plek verwisselen

Je kunt afspreken om na elke ronde of spel van plek te wisselen om daarbij ook van “tegenspeler” te wisselen.

De speelrichting veranderen

De speler die de laatste keer een strafpunt heeft gekregen, mag de volgende ronde beginnen, en mag bepalen of hij naar rechts of naar links doorgeeft. Deze richting wordt gedurende de ronde niet gewijzigd.

Drie keer gooien

Een speler gooit de dobbelstenen onder de beker en kijkt ongezien voor de andere spelers naar de waarde. Als de werper niet tevreden is, mag deze opnieuw alle stenen gooien. Als men nog niet tevreden is mag voor een derde keer alle stenen worden gegooid en moet deze worp ‘blind’ (zonder eerst onder de beker te kijken) worden doorgegeven.