Dertigen is een dobbelspel dat zijn oorsprong vindt in het Antwerpse studentenleven. Het spel wordt als uiterst spannend en zeer gevarieerd beschouwd, dankzij het onvoorspelbare karakter. Dit komt doordat het spel een combinatie is van strategie en kansberekening. Het spel is ideaal voor gezellige avonden met vrienden of familie, en kan zelfs worden omgevormd tot een spannend drankspel. Hier lees je de spelregels, variaties en hoe je het meeste plezier uit Dertigen haalt.
Aantal dobbelstenen: 
Aantal spelers: 
– 
Basisregels Dertigen
Dertigen is een dobbelsteenspel waarbij elke speler begint met 30 punten. Het doel is om met 6 dobbelstenen in meerdere beurten minimaal 30 ogen te gooien. De punten boven de 30 worden afgetrokken van de punten van de speler links van je.
Spelverloop
De 6 dobbelstenen worden gelijktijdig gegooid en de dobbelstenen met het hoogste aantal ogen mogen apart gelegd worden. Deze dobbelstenen zijn belangrijk voor het uiteindelijke aantal punten. Als er meer dan 1 van het hoogste aantal ogen ligt, bijvoorbeeld 
in dit geval 3 zessen, mogen deze ook apart gelegd worden. De overige dobbelstenen worden opnieuw gegooid en wanneer de laatste dobbelsteen gegooid is, worden de punten opgeteld.
Puntentelling
- Heb je minder dan 30 ogen gegooid, dan wordt het verschil tussen het totaal aantal ogen en 30 van je puntentotaal afgetrokken. Bijvoorbeeld: heb je 28 ogen gegooid, dan worden er 2 punten van je totaal afgetrokken.
- Heb je precies 30 ogen gegooid, dan gebeurt er niets en gaat de beurt door naar de speler links van je.
- Heb je meer dan 30 ogen gegooid, dan pak je de 6 dobbelstenen opnieuw en probeer je zoveel mogelijk dobbelstenen met het aantal ogen dat je boven de 30 hebt gegooid te gooien. Bijvoorbeeld: bij 32 ogen moet je zoveel mogelijk tweeën gooien. Elke worp leg je de gegooide tweeën opzij en gooi je opnieuw, totdat er geen tweeën meer zijn. Het totaal aantal gegooide tweeën wordt van de punten van de speler links van je afgetrokken. Heb je bijvoorbeeld vier tweeën gegooid, dan worden er 8 punten van de speler links van je afgetrokken.
Speciale regel: “Onder de 10 gaan”
Bij een erg lage beginworp kan een speler kiezen om ‘onder de 10 te gaan’. In plaats van de hoogste dobbelstenen, legt de speler de laagste apart om een eindscore van minder dan 10 ogen te krijgen.
- Lukt dit, dan wordt het verschil tussen het totaal aantal ogen en 10 van de punten van de speler links van je afgetrokken. Bijvoorbeeld: gooi je 8 ogen, dan worden er 2 punten van de speler links van je afgetrokken.
- Gooi je precies 10 ogen, dan gebeurt er niets.
- Lukt het niet en gooi je meer dan 10 ogen, dan wordt het verschil tussen het aantal gegooide ogen en 30 van je puntentotaal afgetrokken. Bijvoorbeeld: gooi je 12 ogen, dan worden er 18 punten van je puntentotaal afgetrokken.
Einde van het spel
De speler die als eerste 0 (of minder) punten heeft, verliest het spel Dertigen. De overige spelers spelen door totdat er een winnaar is.
Variatieregels
- Als je voor de “laatste worp met 1 dobbelsteen” al boven de 30 ogen zit, mag je besluiten te stoppen en het verschil tussen 30 en het totaal aantal ogen te gaan gooien om zoveel mogelijk punten van de speler links van je te “stelen”.
- Er mag elke beurt maar één dobbelsteen gespaard worden. Dit maakt het moeilijker om een hoge score te bereiken.
- In plaats van punten tellen, kan Dertigen ook als drankspel gespeeld worden. Bij minder dan 30 ogen drink je zelf het aantal slokken onder de 30. Bij precies 30 gebeurt er niets. Bij een totaal boven de 30 gooi je, zoals hierboven beschreven, zoveel mogelijk punten die de speler links van je vervolgens moet drinken.
